‘Ik ben een aanhanger van het anti-cynisme’
Eindelijk draait het centrum voor kunst en cultuur in het Achterhoekse Bredevoort weer helemaal op volle toeren. Sylvia Heijnen is de directeur van de Koppelkerk; hoe kwam ze uit de crisis?
Wat is je huidige gemoedstoestand?
Licht. Ik krijg een boel energie van opnieuw mensen ontmoeten en dat gebeurt nu de Koppelkerk weer open is. Ik ben wel een evenwichtig type maar ik stond snel in de turbostand. Die turbostand stond het afgelopen anderhalf jaar uit. Dat bleek bij nader inzien bijzonder prettig en leerzaam.
Wat is je beste eigenschap?
Ik heb een sterke wilskracht. Ik kan terugvallen op een gezond zelfvertrouwen en het lukt me mensen te enthousiasmeren.
Wat is je grootste prestatie?
Het realiseren van de Koppelkerk samen met een heleboel mensen. Men verklaarde mij voor gek: ‘Dit heeft de Achterhoek niet nodig, er is toch een reden dat zoiets nog niet bestaat,’ luidde de kritiek. Maar blijkbaar is men hier toch wel aan toe. We leven in een tijdperk waarin men op zoek is en wil reflecterenop mens en maatschappij.Op persoonlijk vlak vind ik het een prestatie dat ik langzaamaan leer doordringen tot mijn diepere gevoelsleven. Ik schiet snel in mijn hoofd. Gelukkig leer ik steeds beter herkennen wanneer ik dat doe, en kan ik ervoor kiezen om het anders te doen.
Wat is je favoriete bezigheid?
Een goed gesprek voeren. Ik heb best een extravert beroep en moet vaak voor een groep gaan staan als ik hier in de Koppelkerk een expo mag openen.Het gaat me denk ik prima af, maar lieverpraat ik één op één.Ik houd ervan om met een ander de diepte in te gaan.Het laatste goede gesprek dat ik had ging over de impact die het heeft als je opgroeit in een onveilige thuissituatie, hoe dat doorwerkt in je karakter en hoe je daarvan loskomt.Sommigen vinden dat misschienzware kost.Maar ik ervaar dat niet zo. Hetgeen bij een ander speelt en hem of haar bezighoudt, dat boeit me áltijd.
Wie zou je weleens een dagje willen zijn?
Iemand waar ik me heel weinig bij kan voorstellen. Een slecht gemotiveerde belastingadviseur ofzo. Die in z’n vrije tijd vist en antraciet gekleurde tuinmeubels koopt.
Welke Koppelkerk-expositie bleef je het meest bij?
Ik voel meaangetrokken tot kunst die melancholiekis, terwijlikzelf helemaal niet zo melancholisch ben ingesteld.Het werk van Thea Zweerink vind ik bijvoorbeeld heel mooi. Maar misschien niet in de zin van wat we normaal gesproken onder ‘mooi’ verstaan. Kunst moet me in mijn ziel treffen. Vaak is het de sfeer of het gemoed van een kunstwerk dat me aanspreekt. Iedereen heeft een eigen kijk op de wereld. En een kunstenaar geeft daar uitdrukking aan. Ik ben dan nieuwsgierig naar wat dat is, naar de binnenwereld van de ander en hoe iemand daar uitdrukking aan geeft.
Welk moment werd je voor het eerst echt gegrepen door kunst?
Toen mijn middelbare schooldocent Johan Meerdink ons meenam naar Münster voor een klassiek concert van Wagner. Maar het was mijn middelbare schooldocent Hans Sennema die me binnenleidde in de beeldende kunst en ik ben hem daar erg dankbaar voor. Hij ging dapper tegen de klippen van de belegen schoolcultuur op en daagde mij uit om op een heel nieuwe manier te kijken.
Wat is je dierbaarste bezit?
Mijn geest.
Wat is je motto?
Als een kind open in het leven staan: ik ben een aanhanger van het anti-cynisme. Als het leven je niet meer kan raken of verrassen, waarvoor kom je dan je bed nog uit?
Waarom houd je van de Achterhoek?
Ik houd van de mentaliteit: het noaberschap, minder blabla en een meer praktische instelling dan de randstedelingen. Ons calimero-syndroom vind ik dan weer verschrikkelijk irritant. Waar zou dat toch vandaan komen? Daar zit nog wel een antropologische studie in verborgen.
Pak An ondersteunt de Koppelkerk met coaching, netwerk, promotie en geld.
Tekst Ilja Vaags (Alles komt goed BV, organisatie Zwarte Cross en Manana Manana)
Foto’s Martine Siemens Fotografie